zaterdag 24 februari 2007


Contact.

Zat naar de VPRO te kijken. 2 mannen discusiëren over Noach's ark. De één voormalig jounalist NRC de ander een presentator. De journalist die de verhalen van vroeger uit de kinderbijbel kent is zichtbaar geobsedeerd door dit bijbelse verhaal dat overigens ook in een soort gelijke vorm terugkomt in de Koran. En er zijn meer overleveringen die een verhaal van een grote vloed vertellen. Te veel 'bewijs' dat er iets is gebeurd.
De jounalist heeft duidelijk een passie voor de berg Ararat. Hij is er a.h.w. door betoverd, maar toch ontkent hij de werkelijkheid van dit verhaal. Hij vindt de storytelling mooi maar mist naar mijn gevoel de connectie met de bedenker achter dit verhaal. Het blijft voor hem een fantastisch verhaal. That's ongeveer all!

De geschiedenis kent veel berichten van mensen die op zoek zijn gegaan. Van allerlei lui. Wetenschappers, avonturiers en bijbelonderzoekers. Ron Whyatt is zoiemand. Hij is overleden, maar zijn familie houdt zijn vondsen en onderzoeken levend via deze site.
http://wyattmuseum.com/ Omdat hij een bijbeluitlegger en onderzoeker was, heeft hij veel van de orginele Hebreeuwse en Griekse bijbelteksten onderzocht. En komt dan ook tot opmerkelijke conclusies:


Many explorers have looked on Mt. Ararat for the remains of Noah's Ark. The Bible however, does not say that Noah's Ark landed on Mt. Ararat. It says that the Ark landed upon the mountains of Ararat. (mountains plural) An examination of the Hebrew manuscripts of Genesis reveals that actual wordage is that Noah's Ark landed upon the mountains of Urartu. (The whole mountainous region in far eastern Turkey.

Als je naar zijn site gaat en de verschillende gedeelten hebt gelezen (zeer de moeite waard) begrijp je een beetje van zijn drift! Alhoewel ik geen waardeoordeel kan geven over zijn onderzoek is het alleszins de moeite waard daar in te duiken. Ik krijg daar dan ook heel veel zin in! Trouwens veel wat met archeologie te maken heeft vind ik interessant. Helaas is bewijs moeilijk. Zou geloof nog geloof zijn als er harde bewijzen waren van het bestaan van de ark? De bijbel zegt dat geloof het bewijs is van de dingen die je niet ziet!! Geloof is nog steeds een zaak van het hart! Zouden mensen zich in grote getale tot God keren, als de ark in een museum staat? Of heeft geloof niets met bewijs te maken, maar meer met relatie, met liefe met de ontdekking van de waarheid van God?
Is geloof uiteindelijk niet contact hebben met de bron van Leven, de maker van alle dingen, de liefdevolle Vader: Jahweh. Creationisten en Evolutionisten laten zich weer horen. Die discussie is even weg geweest, maar je hoort er de laatste tijd weer veel over. De bron van het evolutionisme ligt in de 'big bang' theorie, waarin er een ontploffing plaatsvond, waaruit uiteindelijk het leven ontstond. Er is geen bewijs van. Integendeel. Als alles vanuit die grote knal is ontstaan moet alles 1 kant uitdraaien (uitvliedende kracht) Toch beweegt alles in ons zonnestelsel niet maar één kant op! Vreemd he! Dus die big bang theorie is toch niet zo waterdicht. Je moet er in geloven! Juist dus toch geloof. Uiteindelijk is alles geloof! Evolutie zowel als het creationisme. Persoonlijk geloof ik liever in een God, een plan, een bedenker die het leven bedacht. Die mij bedacht, ons. Dat contact is mij alles waard.



2 opmerkingen:

Paul zei

Hoi Ben,
Ik kwam via een zoekopdracht op deze posting. De Big Bang is geen theorie meer, maar een bewezen feit. Dat zeg ik niet, maar dat zeggen de christelijke wetenschappers Geisler en Turek in het door ons (Ark Boeken) uitgegeven boek 'Ik heb te weinig geloof om een atheïst te zijn'. De Big Bang levert het bewijs dat het heelal een begin heeft. Dat vond Einstein zo vervelend, dat hij iets bedacht waarmee hij kon blijven geloven in de zgn. steady state theory. Hij bedacht de kosmologische constante om vol te kunnen houden dat het universum geen begin heeft. Later zou hij zeggen dat dit de grootste blunder uit zijn wetenschappelijk loopbaan was!
Waar een begin is, moet een oorzaak en een verklaring zijn. Atheïstische wetenschappers zouden liever zien dat het universum eeuwig was, want dan kunnen ze zeggen: het is er altijd al geweest. Nu is het probleem verlegd naar God. Wie heeft Hem dan gemaakt? Het antwoord van een gelovige is: niemand. God is eeuwig en staat buiten de tijd en ruimte. Als je logisch redeneert moet iemand de kettingreactie van de Big Bang in gang gezet hebben. Het is logischer dat Iemand iets voortbracht uit niets, dan dat niemand iets voortbracht uit niets. Je hebt een wil nodig om als onbewogen beweger iets in gang te zetten. Denk aan domino day. Er wordt altijd een gast uitgenodigd die het eerste steentje omgooit... God zegt: "Ik ben de alfa en de omega." Jezus zegt: "Ik ben de eerste en de laatste". (Openbaring)

In het begin was de aarde woest en ledig. Wat daarvoor gebeurd is? Alleen God weet het!

familieKetting@gmail.com zei

Interesting! Ik kan er een half uur over nadenken en dan begint het te duizelen. Mijn ICU van 136 is hier niet bestand tegen. Soms vraag ik me af waarom ik er überhaupt over zou nadenken, en wat het mijn leven echt rijker maakt. Maar goed, mijn kinderen vragen veel!!

Kosmologische constante

De aantrekkingskracht van alle materie in het heelal lijkt dus niet groot genoeg te zijn om de uitdijing te kunnen stoppen. En dat betekent dat het ons omringende heelal alleen maar groter en leger zal worden. Maar daarmee is het verhaal nog niet compleet. Sterrenkundigen zitten namelijk een beetje met die lage materiedichtheid in hun maag. Om een aantal redenen, die met name verband houden met de zogeheten inflatietheorie, gaan veel kosmologen ervan uit dat het heelal ‘vlak’ is. Met andere woorden: om theoretische redenen geeft men de voorkeur aan een heelal waarin de dichtheidsparameter precies gelijk is aan 1.
Hoe krijg je het voor elkaar om Omega op te voeren tot 1, terwijl je weet dat er niet zo veel materie in het heelal zit? Sinds een aantal jaren denkt men ook hier een mouw aan te kunnen passen, en deze ‘mouw’ heet de kosmologische constante (meestal aangeduid met de Griekse hoofdletter lambda). De kosmologische constante, een bedenksel van Albert Einstein, is een maat voor de energiedichtheid van de lege ruimte. Omdat zowel massa als energie de ruimte-tijd kunnen krommen, kan de kosmologische constante het ‘omega-gat’ helpen dichten.
Waar die ‘achtergrondenergie’ van de ruimte vandaan komt, is vooralsnog een raadsel - het zou iets te maken kunnen hebben met de ‘virtuele deeltjes’ die volgens de quantumtheorie voortdurend in de lege ruimte ontstaan en weer verdwijnen. Maar anderzijds is het ook weer niet de enige verklaring voor de ‘ontbrekende massa’ in het heelal. Zo bespraken fysici en kosmologen tijdens een workshop in het Amerikaanse Fermilab begin mei een aantal andere modellen, die de waarnemingen net zo goed of zelfs beter kunnen verklaren.
Als we er echter van uitgaan dat de kosmologische constante inderdaad bestaat, dan heeft dat twee consequenties. Op de eerste plaats werkt lamda als een afstotende kracht die de materie in het heelal uit elkaar probeert te duwen. En op de tweede plaats draagt hij bij aan de gemiddelde dichtheid van het heelal. Omega zou dus bestaan uit twee componenten: Omega-M en Omega-Lambda.
Het is al moeilijk genoeg om de massabijdrage aan omega te bepalen – je weet immers nooit zeker of je bij je metingen geen materie (bijv. in de vorm van exotische elementaire deeltjes) over het hoofd ziet. En de bijdrage van de kosmologische constante is nog veel ongrijpbaarder. Een van de manieren om erachter te komen of Lambda inderdaad groter is dan nul, is door te onderzoeken of de uitdijing van het heelal in het verre verleden anders is verlopen dan je zou verwachten in een heelal zonder kosmologische constante.
Ook hier bieden supernovae wellicht soelaas, want met behulp van de supernova-methode kan men in beginsel ver genoeg terug kijken in de tijd om eventuele veranderingen in de uitdijingssnelheid van het heelal te kunnen meten. De resultaten die tot nu toe zijn bereikt, sluiten de kosmologische constante in elk geval niet uit, sterker nog: ‘Onze huidige gegevens wijzen erop dat de kosmologische constante niet nul is, al is er nog een ruime marge van onzekerheid,’ aldus Saul Perlmutter, die het Supernova Cosmology Project leidt. ‘Op dit moment hebben we supernovae tot roodverschuivingen van 0,85 en dat is goed genoeg om de bijdragen van lambda en de massa van elkaar te scheiden en op te tellen tot een Omega-totaal.’ De resultaten van een ander waarneemproject, de High-z Supernova Search, bevestigen de eerste conclusies van Perlmutter en de zijnen