woensdag 30 mei 2007

De P&P generatie.

Strand hek. Foto: Ben Ketting

Was met vriend Henk en familie even aan het strand van Zandvoort aan Zee. Paar foto's gemaakt van dezen en genen.

Afgelopen zaterdag ook nog even over het terrein van Opwekking gelopen. Verrassend!
De één na de andere tiener roept me na: Hé Prinsen en Prinsessen. Een hele club tieners begon spontaan de begintune te zingen. Tsja, en dan weet je dat je 'oud' wordt!! My goodness. Deze kids zaten in groep 7 en 8 toen ze bij mij in't programma zaten. Ze zijn nu 15, 16, 17. Ze vonden het leuk even dag te zeggen en dan vooral te vertellen dat ze in't programma zaten. "We keken er altijd naar', tetterde het om me heen.
Dochter Kayleigh van 17 liep naast me. Ze is het gewend, en heeft zo haar eigen gedachten over de populariteit van pap.
Maar ook Kayleigh stond als 9 jarig meisje met haar neus vooraan als we om 7:00 uur in de morgen een tv doorloop deden met de cameramensen en regisseur.
Het was een mooie tijd die Prinsen en Prinsessen tijd.


Kayleigh en Juliën Foto: Ben Ketting


Het gekke is dat ouders en kinderen mij eigenlijk nooit aanschieten over de Blinq periode. Ben van Blinck een Human interst item waar ik ook iets speciaals voor schreef.
Zelfs Omega Helden op de zondag is niet iets waar het publiek aan refereert als ze me tegenkomen. Maar P&P daar zijn generaties mee opgegroeid. Het is halverwege de serie gestopt omdat we breeeeeder moesten op Zappelin. Ik begreep dat maar leuk was anders. Caleb. Foto Ben Ketting





Iets in P&P was heel speciaal maar het werd aan de nadere kant ook vreselijk verguist. Het ligt niet lekker in Hilversum hoorde ik laatst. En een collega van mijn afdeling vertrouwde mij toe haar kind niet naar Prinsen en Prinsessen te laten kijken als het weer werd uitgezonden. Reden: het zou het evangelie van de Here Jezus opdringen, indoctrinerend zijn. Dus de liedjes die we zongen gaven aan dat het Zó was. En dat mag niet meer op tv, behalve in Nederland zingt. Daar mag het nog wel. En in Hennies korenprogramma, daar ook. Of wordt daar niet over de Here Jezus gezongen? Of gaat het over het feit dat ik speciaal voor kinderen iets maakte, die je niet zomaar een mening mag ..opdringen....? Dat was het geloof ik!

Omdat de liedjes expliciet zijn en de presentatieteksten vertellen wat de Bijbel zegt. Als moderne chr. moeder laat je daar je kinderen tegenwoordig niet meer naar kijken, want dat is ehm..niet goed.. indoctrinerend?
Tsja, waarom zie ik dan heel veel gelukkige kids lopen die gewoon met een hele club Opwekking bezoeken. Ze geloven in God en zijn blij met hun geloof.
Hebben ze probleempjes, ja maar die hebben bijn alle tieners van die leeftijd.






Sophie en Valentina. Foto Ben Ketting


Ze lachten en waren trots dat ze toen in P&P zaten. Er zat niets negatiefs aan. En eigenlijk heeft nooit één ouder mij ervan beschuldigt dat hun kinderen negatief werden beïnvloed door het programma. Wel heb ik ouders gehoord die het jammer vonden dat het niet meer werd gemaakt, en nog steeds het prgramma op dvd bekeken met een nieuwe generatie kinderen. En Keyleigh? Ik ben blij dat ze vrienden heeft die
positief zijn en geloven in God en de normen en waarden die bij dat leven met God horen. Ik ken ouders die kinderen hebben van 16 die niet dat Godsgeluk meedragen. Die opvoeding gaat een stuk moeilijker. Kay is soms ook moeilijk believe you me, maar toch zit er een stuk positivo in dat heel haar sociale leven bepaald.

En zo reed ik die avond door de polder terug naar huis, met de tune van Prinsen en Prinsessen in mijn hoofd. Ach, misschien deden we niet alles helmaal goed in dat programma, maar impact had het wel.

Tussen alle shit op tv toen en nu, was P&P een programma regelrecht uit de bijbel. Geen geweld, geen haat en geen competitie. Geen bekende soapies die eigenlijk niets te melden hadden. Het vertelde van de liefde van God voor alle mensen. Het programma was nooit veroordelend en er was oprechte blijdschap met God. Kijkcijfers dan? Gewoon altijd tusen de 80 en 150.000 kijkers. Niet beter of slechter dan de cijfers nu!

Je zal het nooit meer zien op TV, nog wel via het Omega themakanaal. Nu wordt het verhaal van God op een andere manier verteld. Of het beter is weet ik niet goed, maar het is ook een manier.Wel wordt er minder over gesproken. Is dat een teken aan de wand?

Mensen en meningen veranderen, God verandert nooit. Hij was en is dezelfde, altijd!
Gelukkig maar!

Ben www.benketting.nl

maandag 7 mei 2007

Aan de andere kant.


Tot mijn 18e jaar was ons uitzicht vanuit de woon- en slaapkamer dit bos. Achter dit hek een strook natuurlijk bos en daarna de begraafplaats die haar ingang heeft aan de Soerenseweg in Apeldoorn.Als kind speelden we hier doodje en vonden we paddestoelen en takjes hulst voor de kerststukjes die we maakten rond kerst.In 1983 is het huis verkocht en verhuisden we naar Sunny Home aan de Jachtlaan in Apeldoorn. Nu woont er een meneer. Hij is weduwnaar. Hij woont er alleen.

Ik was er vorige week en had toevallig mijn camera bij me en heb wat foto's genomen. Vandaag kijk ik ernaar. Er zullen mensen zijn die bij het lezen van mijn weblog denken die Ben zit in een mid-life crises! Maar om eerlijk te zijn is mijn connectie met mijn oude buurt mijn ouders en de jeugdjaren altijd erg belangrijk voor me geweest. Zeker nu ik ouder wordt en zelf twee kinderen heb. En ach, het mid life gebeuren ervaar ik m'n hele leven al. :)

Toen ik beide foto's bekeek gingen de herinneringen aan vroeger weer even spelen. Hoe het was om daar te wonen. De tweeling Maurice en Marcel Sterk van de overburen.(Waar zijn jullie ?) De tragische jonge dood van buurmeisje Liesbeth van den Berg. Het oudere meisje verderop in de straat waar ik stiekem verliefd op was. Het fluitje van de buurman waarmee hij zijn hond (en zijn vrouw) naar zich toeroepte. ( Wij immiteerden dat altijd en dan riep de buurvrouw;" Ja Aard, wat is er..") En dan waren er de kippen van de buren en de
buurman die ze met een bijl een kopje kleiner maakte. Maar ook het het warme beton achter op het terras waar je zomers op ging liggen en dan fantaseerde hoe het in de volgende eeuw zou zijn...
Ervaringen die ik daar heb gehad als kind en als tiener. Ik zal ze nooit vergeten. Je ziet nog net het huis van de buren. En toen ik vorige week de Planetenlaan afreed realiseerde ik me dat er heel wat van die goede oude buren niet meer leven. Ze zijn verhuist naar de andere kant van het hek als je begrijpt wat ik bedoel.


En zo volgen de generaties elkaar op. Ik vraag me af hoe het zou zijn dat huis te kopen. De man die er nu woont heeft geen kinderen en zijn vrouw is aan kanker overleden. En ooit vroeg ik hem mij in te lichten als hij het wilde verkopen. Mijn vader bouwde het huis samen met mijn opa voor 40.000 gulden. En nu...?


Eigenlijk voel ik me dáár het beste gewortelt.Ik hóór daar gewoon, en ondanks dat er nu iemand anders woont is het gewoon van mij. Ik ken elke centimer van die kavel. Ik kan hier voor het huis op het gras gaan liggen en dan klopt het hart van de aarde gelijk met mijn hart. Veel bomen en struiken zijn door mijn vader en mij in de tuin geplant.Ik sliep achter het linkerraam boven. Zomers hoorde ik de vogels en herkende hun roep.En nooit vergeet ik de sereniteit van de besneeuwde bomen in de winter en de dampige bosgrond na een regenbui.


Ik denk niet dat ik ooit het geld zal hebben om het te kunnen kopen. En daarom blijft dit een spannende plek waar ik af en toe eens langs rij als ik in Apeldoorn ben.

Moraal van dit verhaal? Je wil ergens bijhoren,ergens van zijn. Je wil jezelf in een kader kunnen plaatsen van tijd en ruimte, geliefden,familie en vrienden, buurt en plaats. Waarom ? Dat ben je, dat ben ik. Ik ben gevormd door al die plekken, die mensen, die buren, die herinneringen.Ik ben daar niet weg te denken. De buurt is anders zonder mij. Ben ik anders zonder die buurt? (Ga ik over denken!)


En toch... Je weet op een gegeven moment houdt het allemaal op. En dat is wanneer ik verhuis naar de overkant, naar de andere kant van het hek. Wat mij intrigeert is dat alle herinneringen,woorden en intense belevenissen dan pas gecomplementeert worden. Daar geloof ik in. Dat houdt me op de been. Nu is het nooit af. Dan wel. Nu zoek je altijd naar veiligheid, dan heb je een vaste burght gevonden.
Ik ben omdat mijn ouders waren. En zij waren omdat hun ouders
leefden. En zo ga je terug naar het begin van het leven. Naar de oorsprong. Ik kan zonder die oorsprong niet bestaan. Die -laat ik het noemen- volledigheid, is voor mij God. En vandaag voel ik zoiets als van een stem die zegt; 'Je bent nog zo onaf, nog zo ontheemt, je bent een bijwoner, een inperfectie op zoek naar perfectie.Je streeft naar heelheid, volheid, de ultieme weldaad.Je weet niet wie je helemaal bent. Zelfs door connectie met Mij je Maker, ervaar je nu nog maar gedeeltelijke eenheid ook al voelt het leven soms goed. Je ziet in delen. Je bent nog steeds verdeelt. Straks ga ik je het allemaal helemaal geven. Als jouw en mijn hart synchroon gaan kloppen. Als je bent zoals Ik ben. Straks Ben. Aan de overkant.
Was het maar alvast zo...of misschien nog even niet...Als ik wegrij wordt het straatbordje in mijn achteruitkijkspiegel steeds kleiner.
Gek,denk ik. Vroeger zat dat niet aan die lantaarnpaal vast. Het had zijn eigen paaltje. Dingen veranderen.

Ben Ketting
Mei 2007


donderdag 3 mei 2007

Loodmenie

Afgelopen week heb ik de bodem gezien. Het voelde als een ritueel. Boven de deur aan de binnenkant van de schuur staan zijn initialen. MH / BK 28/05/2002, in zijn eigen gedistingeerde architectonische handschrift. Statig, eenvoudig en duidelijk, zoals hij was. Ik zeg het hardop, maar niemand hoort het behalve ik. Eigenlijk is dit zelfgemaakte schuurtje een soort persoonlijk heiligdom. Hij was met zijn handen in zijn broekzakken en zijn altijd ingehouden pas naar mijn net voltooide bouwwerk gelopen. Pa. Er verscheen een glimlach en dat betekende goed nieuws. "Nou, da's toch goed', zei hij en betasde de door mij zelfgemaakte deur. 'Die diagonaallat moet andersom', zei hij. 'maar je komt er wel mee weg zo, want de deur is niet zo zwaar'. Hij boog zijn grijze hoofd en stapte over de donkerbruine hardhouden drempel naar binnen en keek stilzwijgend rond. Ik zag hoe zijn ogen de electriciteits kabel volgde tot waar het in de grond verdween. 'Hmm' , zei hij peinzend en controleerde nog altijd zonder iets te zeggen de afwerking van het kozijn. Ik voelde de spanning van een kleine jongen die zijn huiswerk aan de meester ter correctie voorlegt. Mijn vader was ook zo verdomde handig en secuur. Hoe kon ik dat ooit evenaren...

'Nou, da's toch goed' , zei hij opeens en keek me aan, ' ik heb nog wat voor je meegenomen.' Buiten stond een roestig blik carboleum. "Het is al oud maar het zit nog half vol. Kan je mooi je schuurtje mee behandelen. Er zit nog lood in. Je mag het eigenlijk niet meer gebruiken, maar het spul die ze nu verkopen is rommel". Hij stapte het schuurtje uit en schuurde met zijn vlakke hand over de planken van de schuur alof hij het liefhad.
"Heb je een schroevendraaier?" Hij ging op een knie zitten en wurmde de schroevendraaier tussen het deksel om het open te wippen. In gedachten hoorde ik mijn moeder uit de verte roepen: "Marinus pas toch op je broek!" Het deksel vloog op de grond en de geur van zwart carboleum bezwangerde de lucht. "Hier, genoeg voor de schuur. En dan heb je nog wat over maar dat moet je maar bewaren'.

Nu, vind ik de bus netjes opgeborgen achter in de schuur naast de bladblazer en de tuinspullen. Ik voel me net een klein kind als ik de bus voor mijn net gemaakte houten tuindeur neerzet. Als ik het deksel erafwip zie ik dat de kwast van mijn vader er nog inzit. De zalige geur van carboleum snuif ik diep in mijn longen en knijp mijn ogen stevig dicht. De flashback komt weldra aanrollen en met weldadige scheuten pompt het herinneringen naar boven.

Apeldoorn. 1969.
Samen brengen we een nieuwe laag carboleum aan op het gazonhek. Sumatralaan. Pa zit op de stoep en doet de ene kant. Ik zit op het gazon en bewerk de voorkant. We werken samen op. We praten niet echt.
Alleen de vogels van het bos tegenover ons huis zingen hun avond lied. We doen het nu omdat de zon weg is want dat is beter, zegt mijn vader. Af en toe kijk ik naar zijn grijzende haar. Zijn ogen kleven op het houten hek en ik weet dat geen millimeter aan zijn aandacht ontgaat. Het hek dat nog warm is van de zomerzon wordt langzaam helemaal zwart en ik raak iets achterop. Mijn vader springt bij en dan zijn we eindelijk klaar. De hele straat stinkt naar carboleum. Vader staat kreunend op en wrijft over zijn zijn knie terwijl hij controleert of ik alles heb geraakt. "Goed zo", zegt hij dan en drukt de deksel op het blik. Met een hamertje dat ik voor het laatst in opa's schuur had zien liggen tikt hij op de rand van het deksel tot het hermetisch afgesloten is.

"Waaat een staaank", ik schrik op van de opmerking van de nieuwe achterbuurvrouw. De penetrante geur van de carboleum is over het hoge hek tot in de achtertuin van de buren doorgedrongen. Het riekt, maar ik stop niet. Met langzame stroken breng ik het zwarte spul aan op de tuindeur. Iedere haal brengt nieuwe herinneringen naar boven. Als ik klaar ben zie ik de bodem van het blik in de zon schitteren.
Voorzichtig zet ik de kwast van mijn vader terug in het blik, pak het deksel en druk dat stevig op de bus. Met het hamertje van mijn vader tik de rand nog eens extra aan. Daarna zet ik het blik terug in de schuur. Voor ik de deur uitloop blijf ik nog even staan en lees mijn vaders naam boven de deur. Hardop lees ik MK /BK 28-5-2002. Ik heb ontzettend zin om te huilen maar onderdruk de opkomende tranen. Dan doe ik de deur dicht. De deur waarachter zich herinneringen verbergen die ik met het openen van een deksel tot mijn beschikking heb.
En daarom zal ik het laatste beetje carboleum niet meer gebruiken. Ik zal het altijd bewaren totdat iemand na mijn dood het blik vindt en het geheim van de herinnering zal opsnuiven.

Hekje Planetenlaan 25 Apeldoorn.

Ben Ketting 2007

For what it's worth...






"WHAT SAY YE ABOUT BARRACK? HE IS STILL WET BEHIND THE EARS IN THIS WORLD. VERY ARTICULATE AND COULD PULL SOMETHING DREADFUL OFF IF PEOPLE DON'T TAKE A REAL GOOD LOOK."
I think you need to absorb what is written below. Interesting reading.

Say What, Barrack?


By Paul R. Hollrah

Tuning in to C-Span recently, I found myself listening to a speech by Senator Barrack Hussein Obama, Jr. He was standing in the pulpit of a black church in Selma, Alabama, and as I studied the body language of the dozen or so black ministers standing behind the senator, I couldn't help but be reminded of the little head-bobbing dolls that people used to place in the rear windows of their 1957 Chevrolets. If their reactions are any indication, the new Schlickmeister of the Democrat Party is actually a pretty accomplished public speaker.

However, as he spoke, I found my bull_ _ _ _ alarm going off, repeatedly. But I couldn't quite figure out why until I actually read excerpts of his speech several days later. Here's part of what he said: "..something happened back here in Selma, Alabama. Something happened in Birmingham that sent out what Bobby Kennedy called, "ripples of hope all around the world." Something happened when a bunch of women decided they were going to walk instead of ride the bus after a long day of doing somebody else's laundry, looking after somebody else's children.

"When (black) men who had PhD's decided 'that's enough' and 'we're going to stand up for our dignity,' that sent a shout across oceans so that my grandfather began to imagine something different for his son. His son, who grew up herding goats in a small village in Africa could suddenly set his sights a little higher and believe that maybe a black man in this world had a chance.

". So the Kennedy's decided we're going to do an air lift. We're going to go to Africa and start bringing young Africans over to this country and give them scholarships to study so they can learn what a wonderful country America is.

"This young man named Barack Obama got one of those tickets and came over to this country. He met this woman whose great great-great-great-grandfather had owned slaves; but she had a good idea there was some craziness going on because they looked at each other and they decided that we know that, (in) the world as it has been, it might not be possible for us to get together and have a child. There was something stirring across the country because of what happened in Selma, Alabama, because some folks are willing to march across a bridge. So they got together and Barack Obama Jr. Was born. So don't tell me I don't have a claim on Selma, Alabama. Don't tell me I'm not coming home to Selma, Alabama."

Okay, so what's wrong with that? It all sounds good. but is it?

Obama told his audience that, because some folks had the courage to "march across a bridge" in Selma, Alabama, his mother, a white woman from Kansas, and his father, a black Muslim from Africa, took heart. It gave them the courage to get married and have a child.
The problem with that characterization is that Barrack Obama, Jr. Was born on August 4, 1961, while the first of three marches across that bridge in Selma didn't occur until March 7, 1965, at least five years after Obama's parents met.

Obama went on to tell his audience that the Kennedys, Jack and Bobby, decided to do an airlift. They would bring some young Africans over so that they could be educated and learn all about America. His grandfather heard that call and sent his son, Barrack Obama, Sr., to America.

The problem with that scenario is that, having been born in August 1961, the future senator was not conceived until sometime in November 1960. So, if his African grandfather heard words that "sent a shout across oceans," inspiring him to send his goat-herder son to America, it was not Democrat Jack Kennedy he heard, or his brother Bobby, it was Republican President Dwight D. Eisenhower.

Obama's speech is reminiscent of Al Gore's claim of having invented the Internet, Hillary Clinton's claim of having been named after the first man to climb Mt. Everest. even though she was born five years and seven months before Sir Edmund climbed the mountain, and John Kerry's imaginary trip to Cambodia.

As one of my black friends, Eddie Huff, has said, "We need to ask some very serious questions of the senator from Illinois. It's not enough to be black, it's not enough to be articulate, and it's not enough to be eloquent and a media darling. The only question will be how deaf an ear, or how blind an eye, will people turn in order to turn a frog into a prince."

It appears that Senator Barrack Hussein Obama, Jr. Is not a "fresh face," as media sycophants like to describe him, he's just another in a long line of Democrat snake oil salesmen.



Creative recall or just plain lying???